Het vraagstuk

Deze uitgeklede versie van het vraagstuk maakte Linda in bepaalde kringen wereldberoemd en zorgde voor veel controverse. Ongeveer 8 5 tot 90 procent van de studenten (van diverse flexplek huren amsterdam grote universiteiten) koos voor de tweede optie, in weerwil van de logica. Opmerkelijk genoeg vonden de ‘zondaars’ dit volstrekt niet vreemd. Toen ik mijn studenten met enige verontwaardiging vroeg ‘Beseffen jullie wel dat jullie hiermee een elementaire regel van de logica overtreden?’ riep iemand achter in de klas ‘Nou en?’ Een andere student probeerde haar fout goed te praten met ‘Ik dacht dat u gewoon naar mijn mening vroeg.’ Het woord fallacy of misvatting wordt over het algemeen gebruikt wanneer mensen er niet in slagen een overduidelijk relevante logische regel toe te passen. Amos en flexplek huren leeuwarden ik introduceerden het begrip conjunction fallacy of conjunctiefout, een misvatting die mensen maken als ze in een directe vergelijking de combinatie van twee items (in dit voorbeeld, bankbediende en feministe) waarschijnlijker achten dan één van deze items (bankbediende).  Net als bij de Müller-Lyer-illusie blijft de misvatting aanlokkelijk, zelfs al herkennen we de illusie. De inmiddels overleden naturalist Stephen Jay Gould beschreef zijn eigen strijd met het Linda-vraagstuk. Hij wist uiteraard het juiste antwoord, maar toch, zo schreef hij, ‘bleef er een klein mannetje in mijn hersenen op een neer springen, schreeuwend dat ze niet gewoon een bankbediende kon zijn – lees de beschrijving dan!’2 Dat kleine mannetje was uiteraard Goulds Systeem l, die hem op strenge wijze toesprak. (De terminologie met twee systemen werd in die tijd nog niet gebruikt.) Slechts in één van onze onderzoeken gaf een meerderheid het correcte flexplek huren rotterdam antwoord op de korte versie van het Linda-vraagstuk: 64 procent van een groep doctoraalstudenten in de sociale wetenschappen te Stanford en Berkeley vond ‘feministische bankbediende’ minder waarschijnlijk dan ‘bankbediende’. In de oorspronkelijke versie met acht uitkomsten (hierboven beschreven) maakte slechts 15 procent van een vergelijkbare groep studenten dezelfde keuze. Dit verschil is verhelderend. In de langere versie werden de twee kritieke opties gescheiden door een niet-gerelateerde optie (verkoper van verzekeringen) en moesten de lezers de uitkomsten los van elkaar beoordelen, zonder ze te vergelijken. De kortere versie vereiste daarentegen een expliciete vergelijking waarbij Systeem 2 werd gemobiliseerd, zodat de meeste (statistisch onderlegde) studenten de misvatting wisten te vermijden. Achteraf bezien was het misschien zinvol geweest iets meer aandacht te besteden aan de denkwijze van flexplek huren zwolle de grote minderheid (36 procent) van deskundige studenten. Hoe zouden ze hun keuze voor een overduidelijk incorrect antwoord hebben verklaard?